Feikemastraat

Feikemastraat; deze straat ligt tussen de Leeuwardenweg en de Salverderweg en wordt ten oosten afgesloten door de Tiete Weverstraat, de straat kreeg deze naam ter nagedachtenis aan alle leden van de familie Feikema.
Douwe Feikema vestigde zich hier in 1826 en 1832 als handelaar in granen en zaden.
De familie Feikema bewoonde indertijd het riante huis op de Voorstraat 61.
Het is een piëteitsvolle ( respect, vrome ) gedachte van het bestuur van de Psychiatrische inrichting, die eigendom was van dit huis daar een sierlijk naamplaatje op het pand te bevestigen met de naam ,,Huize Feikema “.
Als laatste telgen van het geslacht Feikema hebben daar twee zusters gewoond, die steevast werden aangeduid met de roepnaam,, Dames Feikema ¨.
Zij hielden wel van de deftige levenswijze van hun ouders  en hielden die dan ook graag aan.
Zo ging, om maar iets te noemen, vishandelaar Harmen Miedema elke vrijdagmorgen naar huize Feikema om daar in de keuken de door de dames bestelde vis te bakken of te koken.
Verder kan worden vermeld dat Douwe Feikema van 1838 tot 1860 ( het jaar van zijn overlijden ) Directeur was van de (nuts) Spaarbank, dat hij in 1836 tot lid werd benoemd van de gemeenteraad en in 1848 bij Koninklijk besluit werd benoemd tot wethouder. Van 1858 tot 1860 was hij opnieuw raadslid, van 1847 tot 1850 lid van de Provinciale Staten.
Douwe Feikema werd in de graanhandel en als directeur van de bank opgevolgd door zijn zoon Eeltje Feikema.
Van 1850 tot 1854 kwam men de naam Douwe Feikema ook tegen als lid van het, Gesticht¨, zoals dit ziekenhuis toen nog werd genoemd.
Van 1898 tot 1901 maakte hij opnieuw deel uit van dit bestuur